AAN DE TEUGEL.
Aan de teugel. Wat is dat nou precies? Wat is nou de correcte manier van nageven?
In principe loopt je paard in de correcte houding zoals hiernaast in het plaatje staat bij nummer 1.
Het punt achter de oren is het hoogste punt, dit betekent dat de bovenste spieren in de hals zijn aangespannen en de onderste spieren zijn ontspannen. De rugspieren worden bol, waardoor je paard een bollere rug krijgt en de buikspieren worden aangespannen. Dit is een wat meer opgerichte manier van aan de teugel rijden en word voornamelijk gebruikt in wedstrijden.
Je paard loopt in de krul als het loopt zoals nummer 2. Je ziet hier duidelijk een valse knik, en de wervels in de nek lopen in een "S" vorm.
Als je paard loopt zoals nummer 3, loopt je paard ook niet goed. In dit geval kruipt hij achter de loodlijn, en loopt in feite achter je teugel. Ook hier zie je een "S" vorm in de wervels.
Dan hebben we nog nummer 4. Hier loopt het paard te diep, maar blijft wel voor de loodlijn. Hij loopt wel vanuit de schoft, maar hangt als het ware wat in de teugels. Dit is duidelijk een paard dat niet actief aan het been is.
In principe loopt je paard in de correcte houding zoals hiernaast in het plaatje staat bij nummer 1.
Het punt achter de oren is het hoogste punt, dit betekent dat de bovenste spieren in de hals zijn aangespannen en de onderste spieren zijn ontspannen. De rugspieren worden bol, waardoor je paard een bollere rug krijgt en de buikspieren worden aangespannen. Dit is een wat meer opgerichte manier van aan de teugel rijden en word voornamelijk gebruikt in wedstrijden.
Je paard loopt in de krul als het loopt zoals nummer 2. Je ziet hier duidelijk een valse knik, en de wervels in de nek lopen in een "S" vorm.
Als je paard loopt zoals nummer 3, loopt je paard ook niet goed. In dit geval kruipt hij achter de loodlijn, en loopt in feite achter je teugel. Ook hier zie je een "S" vorm in de wervels.
Dan hebben we nog nummer 4. Hier loopt het paard te diep, maar blijft wel voor de loodlijn. Hij loopt wel vanuit de schoft, maar hangt als het ware wat in de teugels. Dit is duidelijk een paard dat niet actief aan het been is.
Niet in Horizontaal evenwicht
Hiernaast zie je een paard dat NIET in horizontaal evenwicht loopt. Het paard loopt op de voorhand waardoor al het gewicht van het paard op de voorkant valt. Hierdoor kan hij ook niet correct nageven en loopt hij achter de loodlijn. Zoals te zien is, zwaaien de achterbenen ook behoorlijk uit. Deze zijn niet onder het paard, het paard loopt niet actief aan het been.
Hoe je dit paard met de achterhand
Hoe je dit paard met de achterhand
Wel in horizontaal evenwicht
Hier zie je een paard dat wél ondertreed met de achterhand. Het paard plaatst de achterhand onder de buik, waardoor het gewicht in zijn lichaam beter verdeeld word. Ook krijg je een bergopwaarts effect en je krijgt een paard dat van achter naar voren loopt. Het paard plaatst zijn achterbenen meer onder de massa. Op de foto hiervoor, waarbij het paard niet in horizontaal evenwicht loopt, zie je het paard als het ware de grond in lopen. Op deze foto zie je een paard dat een berg oploopt. Het paard gaat meer dragen en als het goed is voel je dat je paard meer mee geeft en opgooit.
Hoe laat ik de achterhand ondertreden?
De achterhand kan je laten ondertreden door je paard actief aan het been te rijden. Dit doe je door veel overgangen te maken. Schijnovergangen, en vooral gewoon heel veel schakelen in het tempo van je paard. Het paard krijgt zo een voorwaartse drang, en denkt vooruit, want je kan elk moment weer wat anders vragen. Zo rijd je je paard van achter naar voor. Rijd overgangen, zorg dat je paard zich eigenlijk op alles voor bereid. Het is de bedoeling dat zodra jij een overgang gereden hebt, en je paard ontspant, hou je dat een klein stukje vast en dan doe je weer wat anders. Als je paard dan weer ontspant, doe je weer hetzelfde, zodra je paard ontspant, verander je bijv. van tempo. Zo krijg je een paard dat actief aan je been is, en zijn achterhand gebruikt. Veel paarden vallen uit zichzelf al op de voorhand, en wij proberen juist om de achterhand wat meer te laten werken voor een bergopwaarts effect. Pas als je paard dít goed doet, kan je aan de voorkant rustig gaan sluiten en zal je paard op een correcte manier aan de teugel gaan lopen.